Uitspraak in het Plat: /nɛːzn̩dɾʏpəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ne·sen·drüp·pel
Pluralis: Ne­sen­drüp­pels m de Ne­sen­drüp­pel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Nees + drüppen + -el