Uitspraak in het Plat: /lʊnɡn̩piːˑp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lun·gen·piep
Pluralis: Lun­gen­pie­pen f de Lun­gen­piep
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lung + Piep