Uitspraak in het Plat: /sluːzɔu̯ɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sluus·ohr
Pluralis: Sluus­oh­ren n dat Sluus­ohr
[1]
perifere woordenschat
figuratief

Etymologie:

Woord afgeleid van: Ohr