Uitspraak in het Plat: /snɛɪ̯kiːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snee·kie·ker
Pluralis: Snee­kie­kers m de Snee­kie­ker
[1]
perifere woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Snee + Kieker