Uitspraak in het Plat: /anɡəlsnɔu̯ɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: An·gel·snoor
Pluralis: An­gel­snöör f de An­gel­snoor
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
De Angelsnoor hett sik vertüdelt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Angel + Snoor