Uitspraak in het Plat: /daçɾaˑɪ̯z/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dag·reis
Pluralis: Dag­rei­sen f de Dag­reis
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dag + Reis