Uitspraak in het Plat: /faŋəltɔu̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fan·gel·toorn
Pluralis: Fan­gel­toorns m de Fan­gel­toorn
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fangen + Toorn