Uitspraak in het Plat: /zɪŋfɔːɡəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sing·va·gel
Pluralis: Sin­g­va­gels m de Sin­g­va­gel West-groep, Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Sin­g­vö­gel m de Sin­g­va­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Lünen sünd Singvagels.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: singen + Vagel