Slaapmütz in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /slɔːpmʏt͡s/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Slaap·mütz

Pluralis: Slaapmützen f de Slaapmütz

[1]

kaart

geavanceerde woordenschat

mode

Nedersaksisch:

Mütz, de bi ’t Slapen dragen warrt

Nederlands:

slaapmuts

nachtmuts

Engels:

nightcap

Duits:

Schlafmütze

Nachtmütze

Voorbeelden:

Grootmoder hett nachtens jümmer en Slaapmütz dragen.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

[2]

geavanceerde woordenschat

gebruikt in omgangstaal

figuratief

Nedersaksisch:

Person, de lang oder veel slöppt

Nederlands:

slaapkop

druiloor

Engels:

sleepyhead

Duits:

Schlafmütze

Voorbeelden:

Büst du noch nich ut ’t Bett rut? Du büst en ole Slaapmütz!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: slapen + Mütz

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.