Uitspraak in het Plat: /kalvɐhaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: kal·ver·haf·tig
kalverhaftiger kalverhaftigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
laf
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat benimmst du di denn so kalverhaftig!?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kalf + -haftig