Uitspraak in het Plat: /ziːpəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: sie·pe·rig
sieperiger sieperigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
De Wind weer bannig sieperig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: siepern + -ig