Uitspraak in het Plat: /kɔːkvʊst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kaak·wust
Pluralis: Kaak­wüst f de Kaak­wust
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kaken + Wust