zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pots·damer
Pluralis: Pots­dame­rs n dat Pots­dame­r
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Potsdam + -er