Uitspraak in het Plat: /hɪməlɾiːk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Him·mel·riek
Pluralis: Him­mel­rie­ken n dat Him­mel­riek
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De goden Selen kaamt in’t Himmelriek.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Himmel + Riek