Uitspraak in het Plat: /ɡɾɔu̯əlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: gro·e·lig
groeliger groeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: groeln + -ig