Uitspraak in het Plat: /a͡ɐfpaxt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Arv·pacht
Niet gebruikt het pluralis f de Arv­pacht
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: arven + Pacht