Uitspraak in het Plat: /pʊpəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: pup·pe·rig
pupperiger pupperigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: puppern + -ig