Uitspraak in het Plat: /laxhaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: lach·haf·tig
lachhaftiger lachhaftigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Vertell doch nich so lachhaftige Geschichten!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: lachen + -haftig