Uitspraak in het Plat: /stɛɪ̯fdɔxtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Steef·doch·ter
Pluralis: Steef­döch­ter f de Steef­doch­ter Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Steef­doch­ters f de Steef­doch­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: steef- + Dochter