Uitspraak in het Plat: /ɪm̩kiːˑp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Im·men·kiep
Pluralis: Im­men­kie­pen f de Im­men­kiep
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Imm + Kiep