Uitspraak in het Plat: /sta͡ɐfdaç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Starv·dag
Pluralis: Starv­daag m de Starv­dag
[1]
kaart kaart tonen
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Dag, an den man starvt
Nederlands:
sterfdag
Engels:
dying day
day of death
death day
Duits:
Sterbetag
Voorbeelden:
An uns Starvdag sünd wi all wedder liek.
[2]
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Dag, an den de Dood en wisse Tall Johr her is
Nederlands:
sterfdag
Engels:
deathday
death anniversary
Duits:
Todestag
Voorbeelden:
2024 hebbt wi den 150. Starvdag von Fritz Reuter.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: starven + Dag
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.