Uitspraak in het Plat: /lantvɛɪ̯ɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Land·wehr
Pluralis: Land­weh­ren n dat Land­wehr
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Land + Wehr