Uitspraak in het Plat: /nuːdəlkɔu̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Nu·de·lko·ken
Pluralis: Nu­de­lko­ken m de Nu­de­lko­ken
Pluralis: Nu­de­lko­kens m de Nu­de­lko­ken

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Nudel + Koken