Uitspraak in het Plat: /ha͡ɐpuːˑn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Har·puun
Pluralis: Har­pu­nen f de Har­puun
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Waalfängers hebbt mit Harpunen jaagt.