Uitspraak in het Plat: /t͡sɪɡaɾənmɔːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Zi·gar·ren·ma·ker
Pluralis: Zi­gar­ren­ma­kers m de Zi­gar­ren­ma­ker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
Den Beroop as Zigarrenmaker gifft dat al lang nich mehr.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Zigarr + Maker