Uitspraak in het Plat: /buː͡ɐhɔf/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Buur·hoff
Pluralis: Buur­hööv m de Buur­hoff
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik bün op’n Buurhoff groot worrn.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buur + Hoff