Uitspraak in het Plat: /mɛnɪçst/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: män·nigst
geen trappen van vergelijking
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:
Den männigsten hebbt wi? — Den 13. Mai.

Etymologie:

Woord afgeleid van: männig