Uitspraak in het Plat: /suːdəltɛlt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Su·del·telt
Pluralis: Su­del­tel­ten n dat Su­del­telt
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Telt