Uitspraak in het Plat: /zɔltva͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Solt·wark
Pluralis: Solt­war­ken n dat Solt­wark
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Solt + Wark