Hanig in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /hɔːnɪç/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Ha·nig

Niet gebruikt het pluralis m de Hanig

[1]

geavanceerde woordenschat

koken

Nedersaksisch:

von de Immen sammelt Nektar

Nederlands:

honing

Engels:

honey

Duits:

Honig

Voorbeelden:

To ’t Fröhstück mag ik jümmer geern en Rundstück mit Botter un Hanig.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.