zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tre·cker
Pluralis: Tre­ckers m de Tre­cker
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
[2]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: trecken + -er