Uitspraak in het Plat: /flɛɪ̯ʃviːm̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fleesch·wie·men
Pluralis: Flee­sch­wie­mens m de Flee­sch­wie­men

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fleesch + Wiemen