Uitspraak in het Plat: /pasvɔu̯ɾt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pass·woort
Pluralis: Pass­wöör n dat Pass­woort West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Oostfaals, Pruisisch
Pluralis: Pass­woor­ten n dat Pass­woort
[1]
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
IT
Nedersaksisch:
Woort, mit dat man Togang to wat kriggt
Nederlands:
paswoord
wachtwoord
Engels:
password
Duits:
Passwort
Voorbeelden:
Ik heff mien Passwoort vergeten.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
Albaniaman, CC BY-SA 3.0

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: passen + Woort
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.