Uitspraak in het Plat: /ɡnʊdəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: gnud·de·rig
gnudderiger gnudderigst
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
Wat büst du so gnudderig!? Ik heff di doch nix daan.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: gnuddern + -ig