Uitspraak in het Plat: /uːtlɛɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ut·leg·ger
Pluralis: Ut­leg­gers m de Ut­leg­ger
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
vör Piraten etc.
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ut + leggen + -er