Uitspraak in het Plat: /svathɔː͡ɐt/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: swatt·hoor·t
geen trappen van vergelijking
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Fröher weer ik swatthoort, nu bün ik grieshoort.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: swatt + Hoor + -t