Uitspraak in het Plat: /hɔu̯çkɾiːɡn̩/
werkwoord
Afbreking: hoog·krie·gen
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Spood hebben, wat na baven to bewegen
Nederlands:
omhoog krijgen
Engels:
manage to get something up
Duits:
hochbekommen
Voorbeelden:
He kunn de Been kuum noch hoogkriegen.

Werkwoordvormen:

infinitief:
hoog­krie­gen
voltooid deelwoord:
hoog­kre­gen
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik krieg hoog
du krigg­st hoog
he/se/dat krigg­t hoog
wi kriegt hoog
ji kriegt hoog
se kriegt hoog
verleden:
ik kreeg hoog
du kreegst hoog
he/se/dat kreeg hoog
wi kre­gen hoog
ji kre­gen hoog
se kre­gen hoog
voltooid:
ik heff hoog­kre­gen
du hest hoog­kre­gen
he/se/dat hett hoog­kre­gen
wi hebbt hoog­kre­gen
ji hebbt hoog­kre­gen
se hebbt hoog­kre­gen
conjunctief:
ik kreeg hoog
du kreegst hoog
he/se/dat kreeg hoog
wi kre­gen hoog
ji kre­gen hoog
se kre­gen hoog
imperatief:
krieg hoog!
kriegt hoog!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: hoog + kriegen

Samengesteld woorden:

hoog
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.