Uitspraak in het Plat: /nʊdəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: nud·de·lig
nuddeliger nuddeligst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: nuddeln + -ig