Uitspraak in het Plat: /ʃɔu̯stɐ/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schoos·ter
Pluralis: Schoos­ters m de Schoos­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
een, de von Beroop Schoh herstellt
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› Schooster ❔︎