Uitspraak in het Plat: /ʃʏtəɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schüt·te·ree
Pluralis: Schüt­te­re­en f de Schüt­te­ree
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: schütten + -er + -ee