Uitspraak in het Plat: /ʃɔˑu̯ldaç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: School·dag
Pluralis: School­daag m de School­dag
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: School + Dag