Uitspraak in het Plat: /spɾɔːˑkbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spraak·boom
Pluralis: Spraak­bööm m de Spraak­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Spraak­bo­men m de Spraak­boom
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
[2]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Spraak + Boom