Uitspraak in het Plat: /sviːnɛːɡəl/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Swien·e·gel
Pluralis: Swien­e­gels m de Swien­e­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Kennst du de Geschicht von Swienegel un Haas?
Voorbeelden:
Du Swienegel! Wat hest du di denn al wedder so insuddelt!?
[3]
perifere woordenschat
figuratief
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Swien + Egel