Uitspraak in het Plat: /aʊ̯stɡɛlt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aust·geld
Pluralis: Aust­gel­ler n dat Aust­geld
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aust + Geld