Uitspraak in het Plat: /uːtlœɪ̯pɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ut·lö·per
Pluralis: Ut­lö­pers m de Ut­lö­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ut + Löper