Uitspraak in het Plat: /bantvɔ͡ɐm/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Band·worm
Pluralis: Band­wörm m de Band­worm West-groep, Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Märkisch, Pommersch
Pluralis: Band­wör­mer m de Band­worm Westfaals, Märkisch
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Band + Worm