Uitspraak in het Plat: /hantbɾɛmz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hand·brems
Pluralis: Hand­brem­sen f de Hand­brems
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Hest du ok de Handbrems önnig antagen?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hand + Brems