Uitspraak in het Plat: /mɪtvɛːkn̩/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mitt·we·ken
Pluralis: Mitt­we­kens m de Mitt­we­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Mittweken heff ik Stammdisch.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Mitt + Week