Uitspraak in het Plat: /flœɪ̯mɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: flö·mig
flömiger flömigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: flömen + -ig