Uitspraak in het Plat: /halsknɔːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hals·kna·ken
Pluralis: Hals­kna­kens m de Hals­kna­ken
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hals + Knaken